Rijn
Ligging

Gevolgen
Ontwikkeling

Toenemende woningbouw
Zowel uit de Romeinse tijd als uit latere cultuurperioden zijn op Zevenaars grondgebied bewoningssporen gevonden. Weliswaar vormen deze geen bewijs voor een ononderbroken bewoningsgeschiedenis, maar wel is gebleken dat onder andere de omgeving van de Oud-Zevenaarseweg al heel vroeg in trek was als nederzettingsgebied. De naam Oud-Zevenaar geeft trouwens al aan hoe we ons de ontstaansvolgorde moeten voorstellen. De Kerkstraat verwijst bijvoorbeeld niet naar de St. Andreaskerk – waarvan de voorganger pas in 1521 parochiekerk werd -, maar was de route naar de ’oude kerk’, die van Oud-Zevenaar dus.
Terwijl Oud-Zevenaar en Babberich tot in vrij recente tijd geen aaneengesloten bebouwde kom kenden, was het stadje Zevenaar een klein bestuurlijk en economisch centrum, dat echter nauwelijks groei vertoonde. Pas na de Tweede Wereldoorlog werd het territorium buiten de voormalige gracht en wal met nieuwe woonwijken bebouwd. Daardoor verdriedubbelde het aantal inwoners van de gemeente in een tijdsbestek van 25 jaar van 8.653 in 1950 tot 25.895 in 1975. Dit aantal is vanaf toen min of meer stabiel gebleven.
Tot in de Franse tijd hadden zowel het stads- als het ambtsbestuur en het gericht hun zetel in Zevenaar. Van 1815 tot 1877 was hier een kantongerecht gevestigd. Als grensplaats bood Zevenaar ook emplooi aan een aantal commiezen. De spoorweg Arnhem-Emmerik bracht in 1856 wat leven in de Zevenaarse brouwerij. In 1885 begon een andere maatschappij met de exploitatie van de lijn Zevenaar-Winterswijk. Het duurde nog tot 1907 voor Zevenaar een nijverheid van enige omvang kreeg. Max von Gimborn vestigde toen zijn inktfabriek in huize De Doelen. In 1920 kwam de Turmac (de huidige BAT) sigarettenfabriek, die werk bood aan veel inwoners en mensen uit de omgeving. Rond 1940 vertoonde Zevenaar een redelijke infrastructuur in de vorm van een aantal middenstandszaken, een ziekenhuis en enkele scholen voor voortgezet onderwijs.
Godsdienst
In godsdienstig opzicht kan de verdraagzaamheid van de Pruisische overheden worden genoemd. Het protestantisme werd niet opgedrongen. In Zevenaar, Lobith en Wehl bouwden de protestanten hun eigen kerkje. Dit in tegenstelling tot de Gelderse plaatsen, waar aan katholieken de kerken werden ontnomen. Het processierecht, iets wat in het gewest Gelderland ondenkbaar was, kon in het Kleefse gebied ongestoord worden uitgeoefend en bleef ook na 1816 bestaan.
Traditie
Verschillende factoren hebben het aanzien van Zevenaar drastisch veranderd: de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog, de enorm toegenomen woningbouw en de navenant gegroeide verkeersintensiteit, het slinken van het aantal boerenbedrijven en de uitbreiding van industrie en handel. Al zijn veel monumentale gebouwen verdwenen, de drie oude kerken en kastelen als Halsaf, Camphuysen en Sevenaer sieren gelukkig nog steeds de gemeente. De contouren van het middeleeuwse stadskasteel zijn terug te vinden op de parkeerplaats aan het Masiusplein.
Ondanks de concurrentie van radio en televisie kent de gemeente een intensief verenigingsleven. Daarin zijn ook de oude tradities vertegenwoordigd, bijvoorbeeld het tot de Middeleeuwen teruggaande schutterswezen.
Groei
De Tweede Wereldoorlog bracht Zevenaar grote schade toe. De wederopbouw werd voortvarend aangepakt en nieuwe wijken verrezen in snel tempo rond de oude kern. In 1958 bedroeg het inwonertal van de stad Zevenaar 10.000. Het inwonertal is inmiddels rond de (peildatum 01-01-2020) 43.755. Zevenaar kent een goed voorzieningenniveau op terreinen als onderwijs, sport, gezondheid, werkgelegenheid en cultuur.
Sinds 1 januari 2005 maken de dorpen Angerlo, Giesbeek en Lathum deel uit van de gemeente Zevenaar. Tot die tijd was Angerlo, met de dorpen Giesbeek en Lathum een zelfstandige gemeente.
Angerlo
Het dorp Angerlo is eeuwenlang een kerspel van Doesburg geweest. Dat wil zeggen dat Angerlo kerkelijk onder Doesburgs gezag viel. Omstreeks 1500 telde Angerlo negentig huishoudens, hetgeen waarschijnlijk overeenkomt met ongeveer 350 inwoners. Nu wonen er ongeveer 1.400 mensen. Sinds 1811 is er sprake van de gemeente (mairie) Angerlo. Het gemeentebestuur kreeg in 1866 in de herberg ’Het Wapen’ van Klein Bingerden twee kamers ter beschikking als secretarie. In Angerlo staat een van de twee oudste kerkgebouwen in Nederland: de Nederlands Hervormde Kerk aan de Dorpsstraat stamt uit de vroeg-Romaanse periode van 900 na Christus.
Babberich
De geschiedenis van Babberich wordt gedomineerd door kasteel Halsaf in het Babberichse Bos. Naast de legende van 'de meid en de zeven rovers’ heeft deze havezate in de loop van de eeuwen een belangrijke plaats ingenomen in het Babberichse leven. In de Middeleeuwen was het een kasteel, compleet met ophaalbrug. In de achttiende eeuw is dit afgebroken en is er een huis voor in de plaats gekomen. Een van de adellijke rechten van Halsafwas de duivenvlucht. Op het landgoed is nog altijd een witte duiventoren te zien uit 1785. Halsaf en de Babberichse schutterij zijn al sinds de oprichting in 1874 onlosmakelijk met elkaar verbonden. De bewoner van het huis - tot 2004 was dat de familie De Nerée tot Babberich - was lange tijd president en beschermheer van de schutterij. Deze functie is in 2004 overgedragen aan de heer Ed van der Schaft, de huidige bewoner van Halsaf.
Het grensdorp Babberich is een gezellige toeristenplaats met diverse campings in een afwisselend fiets- en wandelgebied. Vooral de Kwartiersedijk is pittoresk. Babberich heeft tegen de 2.000 inwoners en ligt ten zuidoosten van Zevenaar.
Giesbeek en Lathum
Deze streek is al sinds lange tijd bewoond. De Nederlands-Hervormde kerk in Lathum stamt uit 1608. Dat duidt op meer geconcentreerde bouw dan hier en daar een boerderij. Ook het Huis te Lathum heeft een interessante geschiedenis. In 1672 ontving Lodewijk XIV hier de Arnhemse Gedeputeerden die over de overgave van hun stad kwamen onderhandelen. Het gezicht van Giesbeek en Lathum is jarenlang bepaald door beroepsscheepvaart, boerderijen en steenfabrieken. De ligging aan de IJssel biedt tegenwoordig weer een nieuwe bron van inkomsten: grootschalige recreatie in het Rhederlaag. Door afgraving van zand en grind ontstonden plassen met oevers die geschikt zijn voor watersport.
In Giesbeek is in 2004 het Kulturhus De Brede Blik geopend. In deze centrale voorziening is een breed aanbod van voorzieningen op het gebied van (basis) onderwijs en kinderopvang, zorg en welzijn, cultuur en recreatie gehuisvest.
Tegen het einde van de achttiende eeuw telden Giesbeek en Lathum 656 inwoners. Nu staan er in Giesbeek ongeveer 2.850 mensen ingeschreven en in Lathum 750. Tot 2005 maakten Lathum en Giesbeek deel uit van de gemeente Angerlo.
Oud-Zevenaar
Zoals de naam al doet vermoeden, bestaat Oud-Zevenaar al langer dan Zevenaar zelf. De eeuwenoude Martinuskerk ligt op een uitstulping van de dijk. Een andere markante plek is
Molen De Hoop. In deze nog werkende korenmolen uit 1850 is ook een molenwinkel gevestigd. Het dorpje heeft een paar honderd inwoners en is in de loop der jaren niet veel gegroeid. Dat komt het intieme karakter van het dorp ten goede.
Een bezienswaardigheid nabij de buurtschap Ooy is het recreatieoord ’De Panoven’, waar een steenfabriek/museum gevestigd is. Dit Rijksmonument met zijn unieke vormgeving is de enige nog intact zijnde ronde zigzagoven van West-Europa.